De machteloosheid van de #RechterlijkeMacht

De machteloosheid van de #RechterlijkeMacht

Robert Jan Stoop

Het nieuwe werken en de opkomst van sociale media, leiden ertoe dat werk en privé steeds meer door elkaar lopen. Werknemers hebben meer vrijheid dan ooit. Op woensdagmiddag kijken naar de hockey training van de kinderen en ’s avonds op de bank met de laptop op schoot.

Anderzijds brengt het voor de werkgever ook een zee van nieuwe mogelijk-heden met zich mee. Voor een sollicitatiegesprek even kijken op Google wat er over de kandidaat te vinden is. Het controleren van de Facebook en Twitter accounts op ongewenste uitspraken over het bedrijf en de collega’s. Het moni-toren van concurrerende activiteiten na beëindiging van het dienstverband.

Waar de scheiding tussen werk en privé verdwijnt, worden de grenzen van het goed werkgever- en werknemerschap steeds verder opgerekt. Het arbeidsrecht is gebaseerd op klassieke grondbeginselen als het recht op privacy en de vrijheid van meningsuiting. De rechterlijke macht worstelt met de toepassing van deze beginselen, die niet meer van deze tijd (b)lijken. Hoewel rechters wel hun best doen om zich in de materie te verdiepen, moet worden geconstateerd dat ze de plank nog al eens mis slaan en de uitspraken inhoudelijk ook zeer uiteen lopen.

 Zo werd het ontslag van een medewerker die Twitterde dat zijn werkgever een “hoerebedrijf” was als terecht aangemerkt, terwijl een medewerker die op Facebook over een collega berichtte dat hij een “mongool” was en over zijn werkgever dat hij er “klaar mee was”, toch nog een vergoeding kreeg toegewezen. Tekenend is ook een uitspraak van een kantonrechter in een zaak waar het uitsluitend ging om berichten op Facebook, de kantonrechter wees op het gevaar van “retweeten”.

 Ook in zaken waar relatie- en concurrentiebedingen een rol spelen, lopen de uitspraken van kantonrechters zeer uiteen. De uitspraak, dat het accepteren van een LinkedIn verzoek moet worden gezien als een overtreding van een relatiebeding, heeft veel stof doen opwaaien. Recent liet het Hof in Den Haag zien geen oog te hebben voor de commercie op Facebook, door contacten op Facebook als zuiver privé aan te merken en de relaties op LinkedIn als zakelijk. Een kantonrechter in Rotterdam oordeelde juist dat mededelingen op Facebook wel degelijk als wervend - en dus als overtreding van een relatiebeding - moesten worden gekwalificeerd. Een ander Hof bleek niet bekend met de mogelijkheid om op Twitter een Direct Message te sturen, door te oordelen dat Twitter een moderne vorm van adverteren is, waarbij geen interactie plaatsvindt tussen de gevolgde account en de volger.

In een  tijd waarin de wet en de Rechterlijke Macht in toenemende mate achterblijven bij de ontwikkelingen, verdient het aanbeveling om het recht in eigen hand te nemen. Maak afspraken met uw medewerkers over het gebruik van sociale media, zowel tijdens als na het dienstverband. Als u het namelijk niet goed regelt, bent u op dit gebied aan de onmacht van de Rechterlijke Macht overgeleverd.

 

 


Reacties

WhatsApp us!