De onzakelijke lening

De onzakelijke lening

Wanneer is sprake van een onzakelijke lening?

De Belastingdienst is de laatste jaren erg scherp op de afwaardering van een in de ogen van de Belastingdienst onzakelijke lening ten laste van de winst. Door de kwalificatie onzakelijke lening is een afwaarderingsverlies op de lening niet aftrekbaar bij de crediteur.

Een lening wordt aangemerkt als onzakelijk indien de crediteur een risico heeft genomen ten aanzien van de debiteur dat een willekeurige derde niet zo willen lopen. Dit risico komt tot uiting door het ontbreken van zekerheden en aflossingsverplichtingen in combinatie met een te lage rente. De crediteur heeft dit debiteurenrisico genomen als aandeelhouder en niet als crediteur. De verbondenheid als aandeelhouder tussen debiteur en crediteur geldt als voorwaarde voor toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening.

Voorbeeld

De heer X is enig aandeelhouder van A BV. In 2010 heeft de heer X een lening verstrekt van € 100.000 aan A BV. De leningovereenkomst is niet op papier gezet. Ook zijn er geen afspraken gemaakt over zekerheden en aflossingen. Alleen het rentepercentage van 3% staat vast. De vordering wordt voor de inkomstenbelasting aangemerkt als box 1-vordering, de rente baten worden progressief belast in box 1.

In 2013 gaat het minder met de BV en faillissement dreigt. Als gevolg van het verwachte faillissement is het zeer onzeker of de vordering aan A BV wordt terugbetaald. Vanwege die onzekerheid van terugbetaling waardeert de heer X de vordering af in box 1. De Belastingdienst zal de afwaardering van de vordering niet accepteren met als argument dat de lening onzakelijk is. Dit is het geval vanwege het ontbreken van zekerheden en een aflossingsverplichting.

Het gevolg is dat de afwaardering niet leidt tot een directe belastingteruggaaf als gevolg van een verlies in box 1. Bij eventueel later faillissement gevolgd door ontbinding van A BV kan de heer X een verlies claimen in box 2. Dit is verlies gaat tegen 25% in plaats van de progressieve tarieven oplopend tot 52% (-/- tbs vrijstelling).

Kritiek op de regeling

De onzakelijke lening is de slechtste situatie waar een crediteur/aandeelhouder in terecht kan komen. De rentebaten zijn steeds progressief belast bij de heer X en in aftrek gebracht bij A BV. Echter, vanwege het faillissement bij A BV zullen de rentekosten effectief niet in aftrek gebracht kunnen worden. Conclusie is dat de rentebaten wel belast zijn in prive, maar de rentekosten niet in aftrek gebracht zijn bij de BV. Daarnaast kan de vordering niet worden afgewaardeerd in box 1.

Naar onze mening is de uitkomst van de onzakelijke lening dan ook hoogst onredelijk. Immers, de fiscale koppeling tussen de rentelasten, rentebaten en het afwaarderingsverlies is volledig zoek.


Reacties

WhatsApp us!