EEN NIEUWE WET … ZOVEEL KENNIS, ENERGIE ÉN KOSTEN

EEN NIEUWE WET … ZOVEEL KENNIS, ENERGIE ÉN KOSTEN

Vanaf deze maand is het tweede deel van de Wet werk en zekerheid van kracht: de zoveelste wetswijziging in de afgelopen jaren. Er zijn nu al sterke signalen dat er reparatiewetgeving op volgt. Dan vraag ik me af: hoe efficiënt is zo’n nieuwe wet? Laten we eens kijken hoe het ontstaan van nieuwe wetgeving verloopt.

 

DE WEG VAN WETGEVING

 

Allereerst wordt een visie bepaald door de minister. Vervolgens steken vele betaalde krachten (ambtenaren) er vele serieuze manuren in om die visie te vertalen in een concept-wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel wordt gezamenlijk besproken in de ministerraad (de regering spreekt met één mond). Om de haalbaarheid van het voorstel te vergroten, wordt gedurende het hele voorgaande traject de inhoud al politiek en met andere ministeries afgestemd. Ook hebben er al vele gesprekken plaatsgevonden met de sociale partners (het poldermodel) en met niet zichtbare betaalde lobbyisten die belangen van hun individuele cliënten behartigen.

 

Ministerraad akkoord, dan gaat het wetsvoorstel naar de Raad van State voor een zwaarwegend advies over de juridische kanten. De minister (de ambtenaren) schrijft een reactie op dit advies. Vervolgens brengt de regering (Koning en ministers) het advies met een memorie van toelichting naar de Tweede Kamer. Daar wordt het opgepakt door een commissie. In elke commissie houden steeds één of twee leden van elke fractie zich bezig met een wetsvoorstel.

 

De opmerkingen en vragen van de commissieleden (inbreng genoemd) worden verzameld door de griffier van de commissie, die een verslag maakt. De minister (de ambtenaren) stelt vervolgens daarop een antwoord op: de nota naar aanleiding van het verslag en eventueel een nota van wijziging. Een ingrijpende nota van wijziging moet weer eerst door de ministerraad worden goedgekeurd, voordat ze aan de Tweede Kamer wordt toegezonden.

 

Daarna wordt het wetsvoorstel in de Tweede Kamer plenair behandeld. Tijdens de plenaire vergadering (het debat) voert een aantal Kamerleden - meestal twee tot tien - het woord over het wetsvoorstel. De minister geeft antwoord op vragen (verdediging) en dan volgt er vaak nog een tweede vraag- en antwoordronde (repliek en dupliek). Tweede Kamerleden kunnen zodra een wetsvoorstel is ingediend wijzigingen voorstellen: het recht van amendement. Amendementen worden tegelijk met het wetsvoorstel behandeld.

 

Een door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel gaat vervolgens naar de Eerste Kamer. Ook de Eerste Kamer volgt weer een traject van schriftelijke behandeling in commissies: verslag van de commissie, memorie van antwoord door de minister en een formeel eindverslag van de commissie.

 

Meerderheid? Ten slotte ondertekenen De Koning en de minister de wet, die daarmee van kracht wordt. De minister van Justitie zorgt vervolgens voor bekendmaking van de wet door plaatsing in het Staatsblad.

 

REPARATIEWETGEVING, WAAR ZIJN WE MEE BEZIG?

 

Hoeveel serieuze mensen met serieuze opleidingen die allen serieus betaald worden zijn ermee bezig geweest? Zoveel belanghebbenden die hun draai aan de uiteindelijke wet hebben gegeven om tot consensus te komen. En dan, hoe dicht staat de uiteindelijke wet bij de oorspronkelijke visie? Met oprechte verbazing; een nieuwe wet na zoveel kennis, energie én kosten en dan nog niet goed? Waar zijn we mee bezig én vooral hoe kan dit beter?


Reacties

WhatsApp us!